top of page

Jacob Israël de Haan - Pijpelijntjes


"Daar is een tijd van komen, daar is een tijd van gaan. Onze tijd van gaan was er. De Fles kwam 't ons zelf zeggen. We hadden pas gegeten. Brood, stukjes kaas, slappe thee en 't regende. Onze kanten overgordijnen waren in de was, alleen de rolgordijnen hingen vierkant-wit, hard wit voor het raam en 't waterwitte zonlicht spookte soms hevig of was ineens weg. Luguber.

Sam lag achterover in zijn luie stoel met z'n handen om z'n hoofd en z'n benen rechtuit, dicht waren zijn ogen. Hij had verdriet en ik bekeek hem. Het regende kalmpjes."


"De roodgeelkleurige feeststemming was grijsjes afgedempt en vaag klankten maar af en toe wat woorden op. Nichie dutdoezelde zachtjes met d'r oud mondje open, en fijne snorkgeluidjes kreunden uit haar keel.

Er kwamen zwijgingen in 't praten, die geen mens meer probeerde dicht te babbelen, een lome lusteloosheid. En juffrouw Meks krieuwelde hinderlijk, dat 't zo laat werd, 't was nu toch eindelijke boterhammentijd, maar zonder m'neer Sam kon je toch niet beginnen en langzaam verslensde de vrolijke avond fletsig. Maar ik besliste: 'Laten we nou maar beginnen, m'neer Sam het 't immers gezegd.' "


"Om vijf uur toen lichter grijswit door 't nachtzwart begon te morgenschemeren kwam Sam thuis, zachtjes deed hij deurdicht om mij niet wakker te maken. Maar ik was wakker gebleven de uren, dat hij weg was geweest en ik had gekeken in 't donkere duister hoe 't langzaamaan begon te dagveranderen. En droevig had ik aan jongen gedacht. Het was zo: Twee maanden geleden was hij op de afdeling van Sam gekomen, met een spoedcertificaat uit Indië ....

"Prettigdichter had ik de jongen tegen mij aan, doorbeefde z'n warmte aan m'n benen. 'Zo..., dat is dan een hele zorg voor u, en past Dirk goed op?' De jongen, niet begrijpend en vreemd aangedaan door de fijne vleiing van mijn stem, die hij niet wist, waarom zo teer, starstroefde even terug. Maar ruw drukte ik 'm vlak tegen m'n benen aan en zei heethijgend: 'Je bent een beste jongen geloof ik, nietwaar juffrouw, Dirk is een beste baas? ' "


"De kist op touwen hing boven de koele zandkuil en ze zouden hem nu laten zakken.... zwaarzachtjes. Toen bangbevend kwam bleke Toos vooruit met een grote krans vervooruit in d'r handen. En bewonderaandachtig keken ze allemaal of ze 't goed dee. Netjes in 't warmzonnige zand naast de vochtig gegraven kuil lei ze de krans van de vrinden en buren. Krans al niet fris meer, maar rijkbloemig en dikgroen met breed lint en daarop: Rust in vrede, geachte vriend."

Michiel van de Kasteelen

bottom of page