top of page

“Eigen kracht”, de Brexit en de verkiezingen.

14 maart 2021 | Column voor website Progressief Westerveld


D66 heeft Progressief Westerveld verlaten. Dat is oud nieuws; en wellicht tot verdriet van sommigen is het ook nauwelijks nieuws geworden. We zijn in harmonie uiteen gegaan, ‘als goede vrienden’ zegt men dan. Op een digitale Ledenvergadering heeft D66 afscheid genomen. In de raadsvergadering van 2 maart jl. heeft Anke Oosterhuis haar plek ingenomen als zelfstandige fractie. Ik heb haar bij die gelegenheid toegesproken aan het begin van de raadsvergadering en haar alle goeds toegewenst. Na 23 jaar deelname aan Progressief Westerveld en enkele jaren daaraan voorafgaand aan ProSa in Havelte gaat D66 op eigen kracht verder.


‘Eigen kracht’ was de titel van het document dat het bestuur van D66 ter voorbereiding op het besluit tot uittreden aan haar eigen ledenvergadering had voorgelegd. En eerlijk gezegd had ik wel opgekeken van die titel, want hij deed me sterk denken aan de Brexit. ‘Take back control’ had het ‘leave’-kamp als leuze gevoerd. Het ‘remain’-kamp had niet zo’n leuze, want het pleidooi voor het blijven in zo’n samenwerking als de Europese Unie vergt net wat meer tekst dan een leuze van drie woorden. Wellicht was ‘Britain stronger in Europe’ bedoeld als leuze; welnu dat heeft dan niet gewerkt. ‘Take back control’ klinkt toch behoorlijk wat gehaaider.


Samenwerken in de Europese Unie is ook een forse klus. Het is groot en onoverzichtelijk en wordt daarmee vanzelf bureaucratisch en tijdrovend. Je moet – als land – voortdurend aan de bak om je belangen in te brengen en veilig te stellen. En daarover moet je dan in discussie met allerlei vreemde figuren: Italianen, Zweden, Grieken, Polen… Allemaal met hun eigen temperament en met hun eigen geschiedenis. Dan is ‘Take back control’ wel behoorlijk aantrekkelijk: gewoon doen wat je zelf wilt, en daarover op je eigen manier besluiten.


Er zat natuurlijk wel een idee achter die Unie. Na de Tweede Wereldoorlog wilden een aantal visionaire politieke leiders in Europa de voorwaarden scheppen voor een langdurige periode van vrede en welvaart. Daarbij kwam dat de afzonderlijke landen – ook de wat grotere – langzamerhand geen partij meer waren voor de echte grootmachten als de VS en China. En dan is een keuze voor samenwerking ook een keuze voor bundeling van krachten op het wereldtoneel. Maar dat idee was bij de mensen van ‘Take back control’ wel erg vervaagd.


Ook achter ProSa en Progressief Westerveld zat een idee: dat je samen sterker bent, en dat je vanuit die verbondenheid meer in te brengen hebt in het grotere geheel van de gemeenteraad. Ook daar moet je natuurlijk wel werk maken van je eigen inbreng en belang; van achterover leunen en meeliften wordt je verhaal niet sterker en verdwijnt het naar de achtergrond. En ook daar heb je te maken met allerlei lieden van verschillend pluimage met elk hun eigen temperament en geschiedenis.


Mijn eigen keuze is altijd geweest om die samenwerking te zoeken en te behouden in de richting van je gezamenlijke doel. En die keuze is de laatste tijd alleen maar versterkt in plaats van verzwakt. De gigantische vraagstukken van deze tijd vragen om een politiek die boven zichzelf uit stijgt. Het gedoe op de vierkante centimeter, het uitmeten van de verschillen in plaats van de overeenkomsten, werkt averechts. En dat was al nooit een goed idee, maar is het hoe langer, hoe minder. Dat we ‘als vrienden’ uiteen zijn gegaan, neemt beslist niet weg, dat ik het een slecht idee vond en vind om zo’n succesvolle samenwerking op te zeggen. Slecht voor je idealen, slecht (in dit geval) voor Westerveld.


Bij de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer doen 37 partijen mee; er hadden zich 41 partijen gemeld bij de Kiesraad. Een record, zegt men. Je hebt partijen voor allerlei groepen in de samenleving, voor jongeren, voor ouderen, voor mensen van verschillende afkomst; groepen die niets anders gemeen hebben dan een leeftijd of een afkomst. En zeker, iedereen heeft het recht om op ‘eigen kracht’ aan die verkiezingen deel te nemen. Met veel van die partijen heb ik inhoudelijk helemaal niks, maar sommige zijn wel degelijk sympathiek. Zo kan ik het programma van Volt of van de Partij voor de Dieren waarschijnlijk voor zo’n 90% onderschrijven. Waarom dan apart die verkiezingen in, is mijn vraag. Waarom de beweging voor het grotere goed ondergeschikt maken aan die paar verschillen, die je natuurlijk altijd wel kan vinden, als je maar goed genoeg zoekt?


Ik kan er niet goed meer tegen, merk ik, tegen die profileringsdrang van het eigen gelijk. Ik kan ook niet zo goed tegen dat begrip ‘eigen kracht’. Ik ben iemand van ‘bundeling van krachten’. Tja, en dan heb ik de wind niet mee…




Michiel van de Kasteelen

bottom of page