top of page

De aarde is niet onuitputtelijk

06 juli 2021 | Inbreng eerste termijn bij behandeling Voorjaarsnota 2021


Voorzitter,

De aarde, waarop wij leven, is niet onuitputtelijk. Integendeel. Als wij op de ingeslagen weg verder gaan, zal hij onbewoonbaar worden. Dat is geen pessimistisch doemscenario; dat is de simpele realiteit. Merkwaardig dat een dergelijke uitspraak geen echt gevoel van urgentie te weeg brengt. In plaats van samenwerking op wereldschaal en op alle schalen daaronder is er voortdurende strijd. Eigen belang gaat voor algemeen belang; korte termijn voor lange termijn. In plaats van een gevoel van urgentie is er een gevoel van onverschilligheid.


Soms neemt even een virus de macht over en ontwricht de status quo. Maar als dat onder controle lijkt, is er het lonkende perspectief van het ‘oude normaal’. Soms worden we even wakker geschud door een natuurramp van ongekende omvang, maar daarna dutten we gewoon weer in..


Vandaag wil ik het vooral hebben over de landbouw, een onderwerp dat we lange tijd geparkeerd hadden. Het anderhalve week geleden in Brussel bereikte akkoord over het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor de periode 23 - 27 is bij lange na niet de deal die nodig is om de klimaatcrisis aan te pakken. Zoals het er nu ligt ondersteunt dit beleidsvoorstel nog steeds de intensieve en industriële veeteelt. Het stimuleert boeren om pesticiden en meststoffen te gebruiken die de biodiversiteit en de bodem verder vernietigen. Bovendien zal dit beleid met name de grote landbouwreuzen subsidiëren terwijl de kleine boeren opzij worden gezet. We moeten toe naar een nieuw landbouwbeleid, in Europa, nationaal, provinciaal en in Westerveld.


Biodiversiteit. Zo’n woord, dat – net als duurzaamheid - aan grote slijtage onderhevig is. Een bloemenweitje hier, een leuke berm daar, en het is weer opgelost. Maar zo ligt het niet. Het in 2020 door de Verenigde Naties uitgebrachte 5 e Global Biodiversity Outlook rapport constateert dat geen van de twintig in 2010 afgesproken Biodiversiteitsdoelen (zoals halvering habitatverlies en terugdringing watervervuiling) zijn gehaald. Die mislukking reikt verder dan biodiversiteit alleen. Zo is biodiversiteitsbehoud cruciaal voor het realiseren van voedselzekerheid of schoon drinkwater voor iedereen. En eenderde van de CO2-reductie die nodig is om de opwarming tot 1,5 graad te beperken wordt bereikt door het beschermen en herstellen van bossen en andere natuurlijke systemen. Onderzoek toont een dramatische afname aan van de insectenstand over de laatste 30 jaar in en bij natuurgebieden.


De drie schitterende Natura 2000 gebieden in Westerveld dragen bij aan een goed woon- en leefklimaat; en ze zorgen voor inkomsten uit toerisme. Maar vooral hebben zij een enorme waarde in zichzelf. De oude gedachte dat natuur iets is dat je ergens lokaliseert, hek eromheen en klaar is kees, is inmiddels grondig verlaten. Het beleid richt zich op nationale parken nieuwe stijl, waarbij met name het tussenliggende gebied bij de natuurontwikkeling wordt betrokken. De mitsen en maren, waarmee onze gemeente akkoord is gegaan met de ontwikkeling van het park Drents-Friese Grensstreek, zijn onbegrijpelijk, want als er ergens kansen liggen voor een gebied als het onze, is het daar. Inmiddels is helder dat ook natuurgebieden te lijden hebben onder de intensieve landbouw. Dat was zo voor stikstof. De recente uitspraak van de Rechtbank Noord Nederland geeft aan, dat ook gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en drainage, toegepast bij de intensieve landbouw zoals de lelieteelt, beoordeeld dient te worden voor de Wet Natuurbescherming (de Habitatrichtlijn): een gigantische stap, die – als hij in stand blijft in hoger beroep – voor alle intensieve teelten in de gemeente Westerveld grote gevolgen zal hebben.


Ook de menselijke gezondheid kan worden bedreigd door de bestrijdingsmiddelen. Wat weten we? Het OBO-rapport van het RIVM van 2019, maar ook rapporten van Meten=Weten stellen vast, dat er sprake is van blootstelling, ook op grotere afstand, ook binnenshuis. Op het punt van de toelating ontstaan er ook binnen het CTGB nieuwe geluiden: de normen voor toelating kunnen scherper, omdat nu slechts één middel binnen één toepassing wordt beoordeeld. Stapeling en oneigenlijke verspreiding worden daarbij niet bekeken. En ook binnen de Gezondheidsraad is er een grote verschuiving zichtbaar. Medio vorig jaar werd een Vervolgadvies uitgebracht, waarin gepleit wordt voor toepassing van het voorzorgsbeginsel, omdat uit buitenlands onderzoek aanwijzingen worden gevonden voor een relatie tussen bestrijdingsmiddelen en bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson, maar ook ontwikkelingsstoornissen bij kinderen. De Nijmeegse hoogleraar Neurologie Bas Bloem gaat ten aanzien van de ziekte van Parkinson al veel verder: die relatie is er, zegt hij, en kan ook in Nederland worden aangetoond.


Rondom het aspect van de ruimtelijke ordening is veel te doen geweest. Ergens heeft het misverstand post gevat, dat dat een onbruikbaar of onmogelijk instrument zou zijn in de terugdringing van landbouwgif. Maar een inmiddels al oud juridisch advies aan het College stelt dat weliswaar generieke ruimtelijke maatregelen waarschijnlijk niet tot de mogelijkheden behoren, maar wel specifieke ruimtelijke maatregelen in specifieke situaties. Inmiddels is ook op dat punt een aardverschuiving opgetreden. Het advies van de Commissie Remkes over de stikstof had als titel ‘Niet alles kan overal’, en wat voor de stikstof geldt, geldt breder. De ruimtelijke ordening, die jaren geleden bij het oud vuil werd gezet, is helemaal terug van weggeweest. Vorige week nog het rapport Erisman. En gisteren was er een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving. Allemaal hebben ze uiteindelijk dezelfde boodschap: Overheid, richt het land zo in, dat sommige zaken alleen nog op sommige plekken kunnen en mogen. In dat laatste rapport was Drenthe een van de vier met name genoemde provincies. We gaan zien hoe dat in de ruimtelijke ordening van Westerveld wordt opgepakt. Binnenkort verwachten we de uitspraak van de RvS over het Bestemmingsplan Buitengebied. Hoe dat ook uitpakt, ik herinner wethouder Smidt aan zijn uitspraak dat dit bestemmingsplan slechts een noodzakelijke tussenstap is en er gewerkt moet gaan worden aan het “echte” bestemmingsplan.


Vanzelfsprekend en begrijpelijk dat dit alles tot veel onrust leidt bij de agrarische sector. Want niet alleen omwonenden worden in de steek gelaten door de gezamenlijke overheden (kom ik hierna op terug), maar ook de boeren. Je kan veel afdingen op de methoden van clubs als Farmers Defence Force, maar redelijk vaak leggen zij de vinger op zere plek. Namelijk dat overheden met medeweten en instemming van de gevestigde standsorganisaties willens en wetens een onhoudbaar systeem in stand houden. En dat dat systeem ook in stand blijft door drie sectoren die boeren in de klem houden: de banken (met hun op schaalvergroting gerichte financiering), de agro-industrie (die boeren afhankelijk maakt van hun chemische middelen) en het grootwinkelbedrijf (die middels hun inkooporganisaties boeren dwingt tot hele slechte prijsafspraken) Boeren verdienen een overheid die hen niet aan het lijntje houdt, en hen ondersteunt waar de maatschappelijke ontwikkelingen tot grote gevolgen leiden. Boeren verdienen het dat de overheid bijdraagt aan een markt, waarin het gezonde en goed geteelde product een goede prijs oplevert. En boeren verdienen het dat zij in harmonie met hun omgeving (zowel de natuur als de mensen) hun werk kunnen doen.


Dan die omwonenden en bewonersinitiatieven. In deze raad is de bewonersparticipatie zo goed als heilig verklaard. Of het nu gaat om gaswinning of verkeer, om energietransitie of dorpshuizen: de raad luistert graag naar ‘de mensen’. Daarop is de problematiek van de landbouw toch altijd wel een uitzondering geweest. Al heel lang is Westerveld de bakermat geweest van organisaties, die zich bezighielden met bestrijdingsmiddelen. Ik noem ook nu hier de naam van Rodina Fournell, die met haar partner Bram vanuit Diever de organisatie Bollenboos tot een bolwerk van expertise op dit terrein ontwikkelde. Dat geldt ook voor het nieuwe bewonersinitiatief Meten=Weten. En voor Milieudefensie Westerveld. Zij worden gehoord door de Gezondheidsraad, het CTGB, de Minister van Landbouw. Zij hebben – geloof ik – rond de 700 leden. Ze brachten 900 petities hier naar het gemeentehuis. Ze zijn veel meer dan een clubje van enkele actievoerders uit ‘het westen’, zoals het frame wil. En toch blijkt het zo moeilijk voor de gemeente en voor de provincie om daadwerkelijk met hen in gesprek te gaan, hen te betrekken. Het rapport ‘Uitgesproken’ van Marga Kool en Martha Buitenkamp van oktober 2019 is een glashelder verhaal. Wat je als overheden niet kan doen, is telers en omwonenden met elkaar in een ruimte zetten en wachten tot ze eruit zijn. Want dat ontkent je eigen rol. Het rapport stelt naast een structurele lange termijn aanpak enkele korte termijn maatregelen voor: Maak een stappenplan met duidelijke doelen en termijnen. Schep tijdig duidelijkheid voor telers. En: Wees initiatiefnemer, regisseur en facilitator van een landelijk én een regionaal proces van joint fact finding.


We schrijven najaar 2019. Nog geen vier maanden later ligt er een Convenant tussen College, telers en branche-organisaties zonder de bewonersgroepen. Daarover hebben we in deze raad met z’n allen een hard oordeel geveld. Maar we hebben niet laten weerhouden om toch het initiatief te nemen tot het houden van Dialoogavonden. Als fractie hebben we daarmee een haat-liefdeverhouding gehad. Het hele proces was langzaam (al lag dat deels ook aan corona), en het beperkte ons in onze mogelijkheden om zaken aan de orde te stellen. En deels gijzelde het ons als raad. De beide dialooggesprekken heb ik toch als waardevol beschouwd: fragiel, maar met mogelijkheden. En die conclusie bereikt ook Bureau ANNE, dat de gesprekken organiseerde. En daar dwars doorheen ligt er nu sinds enkele weken een ‘pilot’ van de provincie Drenthe samen met deze gemeente en de standsorganisaties, en weer zonder de bewonersgroepen, terwijl dit ene item in het Uitvoeringsprogramma van LNV nu juist voor hen bedoeld was. Voorzitter, dat dat niet kan, begint op veel plekken door te dringen, ook in de provincie. Want als je zo blijft optreden als overheden, dwing je mensen tot de gang naar de rechter. Zo ging het bij Urgenda, zo ging het bij de uitspraak lelieteelt bij Holtingerveld, zo zal het blijven gaan. Daarom willen wij – mede namens de fracties van D66 en de Partij van de Arbeid – een ultieme poging doen om het gesprek in stand te houden, maar dan met iedereen aan tafel en alle onderwerpen op tafel, en met heldere procesafspraken, tussendoelen en einddoelen. Want alleen dan behouden we onze samenleving van naobuurschap.


Afsluitend, voorzitter. Bij een eerdere gelegenheid heb ik het gehad over het tweeledige begrip verantwoordelijkheid: verantwoordelijkheid aanvaarden voor wat je doet en gedaan hebt en voor de consequenties daarvan, en verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst. Dat vergt een bepaalde vorm van leiderschap, van richting geven. Richting geven en leiderschap zijn nou niet de begrippen, die het eerst in mij opkomen als ik kijk naar ons College. Niet in de landbouwdiscussie, maar eigenlijk gewoon helemaal niet. De hele sfeer, die deze Voorjaarsnota uitstraalt, is – net als vorig jaar – er een van ‘we weten het ook allemaal niet’, een sfeer van grote vermoeidheid. Ik hoop dat de Raad wel de energie kan opbrengen om stappen te zetten.

Michiel van de Kasteelen

bottom of page